Aan de examenkandidaten
27 juni 2020, door Ina Fischer
Ik heb nog nooit zo lang in een niet-wetenfase gezeten wat betreft deze toespraak. Ik zal het C-woord niet noemen en die kan ik ook niet helemaal de schuld geven.
Dagen ben ik met jullie in de weer geweest, elk werkstuk afzonderlijk gelezen, mij afgestemd en teruggeblikt en wat er toen overbleef is dankbaarheid.
Dankbaar dat jullie het zelfhelend vermogen eens goed op de agenda hebben gezet in het studieweekend. En toen ik jullie werkstukken las en je mij een intieme blik gunde in je leven, toen ook werd ik geraakt door de noodzakelijkheid en de werking ervan. En ik dacht ook: ‘ze weten het zelf wel’.
Wij laten ons in onze opleiding voorstaan op de ‘eigenheid’ van iedere afgestudeerde yogadocent. Dat je je bij ons niet door een malletje hoeft te drukken, maar dat je wordt uitgenodigd en uitgedaagd om op zoek te gaan naar jezelf. Wanneer ben jij thuis?
We kunnen wel stellen dat we dit jaar ook een stelletje ‘eigenheimers’ hebben afgeleverd. Ik ben echt diep onder de indruk van de oprechtheid, de kwetsbaarheid, de compassie maar vooral van het zelfhelend vermogen bij ieder van jullie.
Ter inspiratie voor dit praatje snuffel ik ook nog wel eens rond in mijn boekenkast. Daar stond Willigis Jäger ook in. Hij heeft een prachtig boek geschreven over mystieke spiritualiteit. Eigenlijk is het boek éen groot interview waarin hij het gewone én het wonderbaarlijke van ons leven plaatst in een mystiek perspectief. Hij zegt o.a.: ‘religie is ons leven en de voltrekking van het leven is de eigenlijke religie. ‘God’ (wat je daar ook onder verstaat) wil niet vereerd maar geleefd worden. Het lichaam staat ons ware wezen nader dan ons verstand. Het herbergt een religiositeit zoals die in kerkelijke vormen van vroomheid niet voorkomt.
God is danser en de dans.
In de yoga spreken we over het één-zijn: de ziener en het geziene zijn dezelfde.
Of die andere yoga-one-liner: elke golf is de zee.
Jullie hebben allemaal op je eigen manier blijk gegeven van inzichten en ervaringen die eigenlijk ook helemaal niet onder woorden gebracht kunnen worden. En toch hebben jullie dat gedaan. Chapeau!
Jullie werkstukken zijn een golfje in die zee. Jij was een golfje. Maar voordat je doorhad dat je de zee net zo goed bent, moest je eerst wel leren zwemmen, in en met die golf. Maar vooral durven om je te laten meedrijven, en op te gaan in die zee.
Te beginnen aan de rand van de zee.
Misschien een beetje aarzelend, eerst je teen in het water maar dan opgewonden rondspetterend. Gretig. Totdat je flinke slokken binnenkreeg. Dat was niet de bedoeling! Hup, slikken en spelen weer.
In jaar 2 kon je al wat zwemmen. Bandje om. De aanwijzingen volgen maar vooral ook zelf uitzoeken, wat en hoe werkt het bij mij als ik zwem? En dan kopje onder gaan… wellicht vaker dan je lief was. Overspoeld worden is niet fijn maar altijd was er een reddingsboei of een vlot: een partner, een kind, een docent, een boek, een klasgenoot. Maar vooral jijzelf.
In jaar 3 had je je diploma A binnen. Het bandje mag af, je gaat zelf zwemmen! Sterker nog, je laat anderen zien hoe je kunt zwemmen. Je gaat nog steeds kopje onder, vaak vrijwillig soms nog totaal onverwacht. Blijkt er ineens een flinke golf te zijn die je meeneemt. Maar zwemmen kan je! Flinke stukken, en je kan je al heerlijk laten meedrijven.
En in het vierde jaar heb je het te pakken, je weet hoe je zandbanken en muien kunt vermijden. Hoe je kunt loslaten en je kunt laten meedrijven. Niet elke golf heeft jou te pakken, je duikt eronder. Naar de stilte. Naar de kalmte onder de oppervlakte. Ook daar is het water. Dáár ben je thuis.
Gedicht van Frank Eerhart:
ik zie de zee.
de zee ziet mij
dag zee
hoe gaat het?
ik eb, zegt de zee
wat heb je?, zeg ik
ik heb eb.
doet dat zeer?
nee, zegt de zee
een zee heeft geen zeer.
Het water blijkt vruchtbaar water te zijn. Je hebt geoogst: dankbaarheid, inzicht, kennis, ervaring, je hebt er notabene een heel boek over geschreven. Wij wensen jou toe dat je doorgaat met het oogsten van die zeevruchten, te beginnen straks in je felicitatiedoos.
En dan nu het moment om iedereen apart toe te spreken. Dit krijgt iedere student persoonlijk.