Het lijden in de Yogasutras van Patañjali – deel 3
Paul Boersma, filosoof en meditatieleraar
Deze tekst is onderdeel van de tekst gebruikt in een studieweekend. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen het boeddhisme en de yogasutra’s van Patanjali.
Deel 1 gaat over de vier edele waarheden en de drie wortels van ellende en deel 2 over de Oorzaken van het lijden en onwetendheid. In dit deel van de tekst gaat Paul Boersma verder in op de klesas.
Hij volgt hierbij hoofdstuk 4 van een boek van Feuerstein, getiteld: A reappraisal of yoga.
De klesas zorgen voor wedergeboorte en ellende
De klesas zorgen voor wat men populair wel noemt ‘slecht karma’. Ze vormen de ‘wortel’ van de ‘karma-neerslag’ die in het onderbewustzijn wordt opgeslagen. Ze dwingen het individu op een bepaalde manier te voelen, te denken en te handelen en deze handelingen laten in het onderbewustzijn sporen na, die in toekomstige levens weer uitgeleefd moeten worden. Daarom II.12: ‘Het reservoir van karmas welke geworteld zijn in klesas brengt allerlei ervaringen in dit leven en in volgende levens.’ II.13: ‘Zolang de wortel er is, moet deze tot rijping komen en resulteren in levens van verschillende klasse, duur en ervaringen.’
Ook dit is geheel in overeenstemming met het boeddhisme, zoals mag blijken uit de volgende Dhammapada-verzen. In tegenstelling tot het westerse levensgevoel wordt het steeds maar weer geboren worden zowel door Patanjali als door het boeddhisme niet als een voordeel, maar als een ramp gezien: volgens de diepste opvatting van wat lijden inhoudt.
341
De vreugd die tot de mensen komt
Sleept mee en bergt de lust in zich.
Zij kleven aan de vreugdes vast,
Verlangen ‘t aangename steeds,
Ja, deze mensen ondergaan
Geboorte-annex-ouderdom.
238
Maak dus voor jezelf een eiland,
Span je ijlings in, en word een wijze.
Vrij van vlekke en gezuiverd
Ontsnap je aan geboort’ en ouderdom.
[eiland=toevluchtsoord]
Twee soorten klesas en hun vernietiging
Er zijn openlijke en latente klesas. De eerste kunnen door meditatie (dhyāna) geëlimineerd worden. De tweede (die dan nog steeds bestaan en op bepaalde ogenblikken geactiveerd kunnen worden) kunnen alleen verwijderd worden door het hoogtepunt van het achtvoudige pad van Patanjali (een meditatie-ervaring die dharma-megha-samadhi genoemd wordt). M.a.w. alleen door de verwerkelijking van het Zelf, dus door het vervangen van onwetendheid door weten.
Zolang de bevrijding nog niet bereikt is, kunnen klesas latent zijn, maar ook gesublimeerd of verdund, en ook tijdelijk onderdrukt of volledig actief. Volgens Patanjali is het de taak van Kriya-yoga om al deze klesas te verzachten door tapas, svadhyāya en isvara-pranidhāna en zo samādhi (hoger bewustzijn) te bewerkstelligen.
De oorzaken van lijden, de klesas, spelen in de yoga een essentiële rol. De voortschrijdende verzachting en verdunning van de klesas is het onderliggende proces in alle vormen van Yoga. Het is een consequente zuivering die begint met een radicale bewustzijnsverandering of bekering. Als hij eenmaal beseft dat al het leed aan zijn eigen onwetendheid te danken is, doet de yogin zijn best om deze onwetendheid te verhelpen door zorgvuldig onderscheid te maken tussen het Zelf en het niet-Zelf, en daardoor vermijdt hij alle negatieve onheilzame gedachten, emoties enz. Hij oefent zich in precies de omgekeerde richting van wat de klesas hem opdringen. Hij vervangt haat door liefde, hartstocht en gehechtheid door kalmte en afstandelijkheid enz. Zijn voortdurende inspanningen veroorzaken krachtige onbewuste neigingen die tegen de klesas ingaan en bijdragen aan de eenwording van het bewustzijn, en bevorderen zo zijn meditatiepraktijk. De wortels van de oorzaken van het lijden worden tenslotte uitgeroeid door het oefenen van asamprajñāta-samādhi.
In het vroege boeddhisme bestaat er ook zuivering door de lopende meditatiepraktijk (zowel de concentratie als de inzichtmeditatie) en een grondige zuivering door aanraking met het bovenaardse, het hoogtepunt van de meditatie. (Er worden vier verschillende hoogtepunten onderscheiden, corresponderend met vier niveaus van verlichting).
Samenvatting
We hebben gezien dat niet alleen voor het boeddhisme, maar ook voor Patanjali het doorzien en het opheffen van het lijden essentieel zijn. Het achtvoudige pad van Patanjali beoogt het lijden op te heffen. Ook in de praktijk bestaat een belangrijke overeenkomst: sommige lijdensoorzaken kunnen door meditatie en andere oefeningen weggenomen worden, maar de meest grondige zuivering van lijdensoorzaken vindt plaats in de aanraking met het bovenaardse, het hoogtepunt van de meditatieweg. Ook daar zijn beide tradities het eens.